Nederlandse elektriciteitsnetten overbelast: 45 nieuwe knelpunten in vijf provincies

Jeroen Vermeulen

nov 24 2025

0 Reacties

De elektriciteitsnetten in Nederland staan op het punt van overbelasting. Als de grootste netbeheerder Liander afgelopen maand bekendmaakte dat er 45 nieuwe knelpunten zijn geïdentificeerd in vijf provincies, was het geen verrassing — maar wel een waarschuwing die niet meer te negeren is. De meeste problemen zitten in Noord-Holland, waar maar liefst 20 nieuwe knelpunten zijn opgespoord. Daarna volgen Gelderland (9), Friesland (8), Zuid-Holland (6) en Flevoland (2). Op 39 locaties is de maximale capaciteit voor stroomverbruik bereikt; op 17 andere plekken kan grote stroomproduktie, zoals van zonnepanelen op bedrijven, niet meer terug naar het net. En het wordt erger. De energietransitie loopt harder dan het net kan meegaan.

Waarom komt dit nu allemaal samen?

Het is geen enkel probleem, maar een storm van factoren. In 2024 zijn 106.000 nieuwe kleine aansluitingen gerealiseerd — vooral zonnepanelen op daken en laadpalen voor elektrische auto’s. Dat klinkt als een goed nieuws, en dat is het ook. Maar het net is ontworpen voor een andere tijd. Vroeger stroomde de energie van grote centrales naar de consument. Nu stroomt het de andere kant op: van duizenden kleine bronnen naar het net. En dat gebeurt vaak tegelijk. ’s Avonds, tussen 19:00 en 20:00 uur, laden miljoenen Nederlanders hun auto’s op. Tegelijkertijd is de zon onder. De zonnestroom die overdag is opgewekt, blijft ongebruikt. De piek is niet langer een piek — het is een berg.

TenneT, de beheerder van het hoogspanningsnet, waarschuwt dat dit patroon zich in de komende jaren nog verergeren zal. In de winter, als de dagen korter zijn en de verwarming harder loopt, is de spanning op het net het grootst. En terwijl de vraag stijgt, blijft de uitbreiding van het net achter. Tussen 2019 en 2024 werden slechts 8 nieuwe hoogspanningsstations en 78 mediumspanningsstations gebouwd. Dat is een totaal van 86. Maar om het doel van 670 nieuwe stations tegen 2050 te halen, moet elk vijfjaar 134 worden gebouwd. Dat is een versnelling van meer dan 500%. Het is alsof je een fiets probeert te veranderen in een hogesnelheidstrein — zonder de sporen te verleggen.

Wat doen de netbeheerders?

Liander, met hoofdkantoor in Arnhem, onderzoekt of zogenaamde congestiebeheersing kan helpen. Dat betekent dat de stroomvoorziening tijdelijk wordt beperkt of verlegd wanneer het net overbelast is. Maar het is een bandaid. De onderzoeken tonen aan: zonder structurele uitbreiding — nieuwe kabels, transformatoren, stations — is het onmogelijk om de groei te absorberen. En dat kost tijd, geld en ruimte. In Zeeland bijvoorbeeld is er ruimte voor slechts 61 nieuwe bedrijfsaansluitingen. In Noord-Holland zijn er al projecten die jarenlang op de plank liggen omdat de netbeheerder geen capaciteit kan vrijmaken.

De oplossing ligt niet alleen in beton en kabels. Peter van Ees, Senior Sector Expert Energy bij ABN AMRO, zegt: “Bedrijven moeten in 2025 actief in gesprek gaan met naburige ondernemingen en de netbeheerders om hun stroomgebruik beter op elkaar af te stemmen. Anders worden ze in 2026 mogelijk verrast door verdere fysieke netcongestie.” Hij ziet een toekomst waar bedrijven in energie-hubs samenwerken. Een fabriek die ’s middags veel stroom verbruikt, kan bijvoorbeeld samenwerken met een onderneming die ’s avonds veel stroom produceert. Zo wordt de beschikbare capaciteit efficiënter gebruikt — zonder dat er nieuwe kabels hoeven te worden gelegd.

De overheid: te traag, maar wel aan het bewegen

De overheid: te traag, maar wel aan het bewegen

De Rijksoverheid heeft het probleem erkend. In juni 2025 kondigde het kabinet aan dat het de goedkeuring van netuitbreidingsprojecten versnelt. Er worden regionale assessments opgezet om precies te bepalen waar er welke maatregel nodig is. Maar het is een beetje alsof je een brand probeert te blussen met een emmertje water — je weet wat er nodig is, maar het tempo is te traag.

VNO-NCW, de werkgeversorganisatie, waarschuwt in een rapport uit oktober 2025: “Stoplicht op groei: Amarant over netcongestie.” Bedrijven die willen duurzamer worden — door zonnepanelen, warmtepompen of elektrische machines — worden blokkeerd. Sommige investeerders trekken zich terug. Een ondernemer uit Zuid-Holland vertelde aan de krant dat hij een nieuwe productielijn wilde starten, maar dat de netbeheerder hem vertelde: “Kom over vijf jaar terug.” Dat is geen toekomstvisie — dat is een economische rem.

Hoe zit het met het personeel?

Er is niet alleen een gebrek aan kabels — er is ook een gebrek aan mensen. Volgens het Q1 2025 Stand van de Uitvoering-rapport van Netbeheer Nederland zijn er tegen 2030 30.000 extra technici nodig om het net te bouwen, onderhouden en te beheren. Maar de opleidingen lopen achter. De beroepsopleidingen voor elektrotechniek hebben een aanmeldingsstijging van 40% in twee jaar, maar nog steeds is de vraag drie keer zo groot als het aanbod. De sector is op zoek naar jongeren, immigranten met technische achtergrond, en zelfs oudere werknemers die willen hertrainen. Maar het duurt minstens twee jaar voordat een nieuw team operationeel is. En we hebben ze nu nodig.

Wat komt er aan?

Wat komt er aan?

De komende 18 maanden zullen cruciaal zijn. In de zomer van 2025 worden de eerste regionale netplannen gepresenteerd, met prioriteiten voor uitbreiding. In Noord-Holland en Zuid-Holland zijn openbare hoorzittingen gepland om burgers en bedrijven te betrekken. Ook wordt er getest met “smart grid”-technologieën: slimme metering, dynamische tarieven en AI-gebaseerde belastingvoorspelling. Maar de grootste kans op succes ligt in samenwerking: tussen bedrijven, tussen netbeheerders — Liander, TenneT, Stedin, Enexis — en tussen overheid en markt.

De energietransitie is geen technisch probleem. Het is een sociaal, economisch en politiek probleem. Als we nu niet handelen, dan zullen we niet alleen stroomtekorten krijgen. We zullen ook investeringen verliezen, banen verliezen, en het vertrouwen van bedrijven en burgers ondermijnen. Het net is de aders van de Nederlandse economie. En nu zijn die aders verstopt.

Frequently Asked Questions

Hoe beïnvloedt netcongestie mijn energierekening?

Netcongestie leidt niet direct tot hogere tarieven, maar wel tot onvoorspelbaarheid. Als er een knelpunt ontstaat, kunnen netbeheerders tijdelijk stroom afsluiten of beperken — wat leidt tot kosten voor bedrijven die dan alternatieve oplossingen moeten vinden. Deze kosten kunnen uiteindelijk doorberekend worden naar consumenten. Bovendien vertragen projecten de transitie, waardoor we langer afhankelijk blijven van duurdere fossiele energiebronnen.

Waarom kunnen nieuwe bedrijven niet meer aangesloten worden?

In gebieden zoals Zeeland, Zuid-Holland en delen van Noord-Holland is het net zo vol dat er geen extra stroom kan worden opgenomen zonder dat het net overbelast raakt. Een nieuw bedrijf met een elektrische oven of een warmtepomp kan 100 kW extra verbruik betekenen — dat is het verbruik van tien huishoudens. Als het net al aan zijn grens zit, is er geen ruimte meer. Dat betekent dat investeringen in duurzaamheid worden geblokkeerd — een directe dreiging voor de economie.

Wat is het verschil tussen Liander en TenneT?

TenneT beheert het hoogspanningsnet (110 kV en hoger), dat energie over lange afstanden vervoert. Liander beheert het middenspanningsnet (10-30 kV) en laagspanningsnet (230/400 V), dat de stroom naar huizen en bedrijven brengt. Ze werken samen, maar hun knelpunten verschillen: TenneT worstelt met pieken in het landelijke net, Liander met lokale overbelasting door zonnepanelen en laadpalen. Beiden zijn essentieel voor de transitie.

Kan ik als particulier iets doen om het net te ontlasten?

Ja. Laad je elektrische auto niet altijd ’s avonds, maar bijvoorbeeld tussen 10:00 en 15:00, wanneer er veel zonnestroom beschikbaar is. Gebruik een slimme laadpaal die automatisch laadt bij lage belasting. En als je zonnepanelen hebt, overweeg dan een batterij — die slaat de overdag opgewekte energie op voor ’s avonds. Kleine acties, op miljoenen schaal, kunnen het net aanzienlijk ontlasten.

Hoeveel kabels moeten er nog gelegd worden?

Volgens Netbeheer Nederland moeten er meer dan 100.000 kilometer kabels worden gelegd tegen 2050 — dat is meer dan de afstand van de aarde naar de maan. De meeste kabels worden ondergronds gelegd, wat duur en tijdrovend is. Daarom wordt er ook gekeken naar nieuwe technologieën, zoals hogere spanningen en intelligente stroomrichting, om de bestaande kabels efficiënter te gebruiken — maar uiteindelijk is uitbreiding onvermijdelijk.

Waarom zijn er zoveel knelpunten juist in Noord-Holland?

Noord-Holland is het dichtst bevolkte en meest industriële provincie, met veel woningen, bedrijven en laadpalen. Daarnaast is het een belangrijk knooppunt voor offshore windenergie via de Noordzee. De stroom van windparken als Hollandse Kust (noord) en (zuid) loopt via dit net. Het is een dubbele druk: veel verbruik én veel inzet. En de ruimte om nieuwe stations te bouwen is schaars — in stedelijke gebieden is er geen plek meer.